H2. Breuk als kommagetal
In dit hoofdstuk leer je een breuk als een kommagetal te schrijven.
Van een breuk is het getal boven de deelstreep de teller en het getal onder de deelstreep de noemer. Door de teller te delen door de noemer, krijg je een kommagetal.
Zo is 1/4 = 1 : 4 = 0,25. Bij de oefeningen wordt een horizontale deelstreep gebruikt.
Door van breuken kommagetallen te maken, kun je gemakkelijk zien welke breuk kleiner of groter is.
Theorie: inleiding breuken
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.