Je weet nu:



1. Dat de schaal een verhouding weergeeft.

2. Dat de schaal de verhouding is tussen het model en de werkelijke afmetingen.

3. Dat je de afmetingen van het model vindt, door de echte maten te delen door de schaalfactor.

4. Dat je de echte afmetingen vindt, door het model te vermenigvuldigen met de schaalfactor.

5. Hoe je allerlei schaalberekeningen maakt.