Je weet nu:



1. Hoe je eenvoudige berekeningen met procenten maakt.

2. Dat één procent staat voor een honderdste deel van.

3. Hoe je procenten omrekent naar een breuk of een kommagetal.

4. Hoe je een kommagetal omrekent naar procenten.

5. Hoe je procenten optelt en aftrekt.

6. Hoe je procenten vermenigvuldigt.