In de wiskunde wordt een meetkundige figuur in de ruimte een ruimtefiguur ofwel een ruimtelijke figuur genoemd.

Er zijn zeven veel voorkomende ruimtefiguren die je moet kennen. Dat zijn de: kubus, balk, prisma, piramide, cilinder, kegel en de bol. In de zijvlakken herken je de vlakke figuren uit het vorige hoofdstuk.

Leer de namen en de kenmerken ervan uit het hoofd. Zodat je snel herkent over welke ruimtefiguur het gaat en wat de eigenschappen zijn.

Oefenen: ruimtefiguren

 

Wat is een ruimtefiguur?

Meetkunde

Net zoals bij de vlakke figuren zijn ruimtefiguren overal om ons heen in voorwerpen te herkennen. Wat is precies een ruimtefiguur?

In de meetkunde zijn ruimtefiguren gesloten figuren in de ruimte die een diepte hebben. De grensvlakken zijn platte en/of gebogen vlakken. Herken je in de ruimtefiguren hieronder de reeds bekende vlakke figuren? Welke zijn dat?

Een ander woord voor ruimtefiguur is ruimtelijke figuur. Op MijnRekensite hebben we het (meestal) over ruimtefiguren.

 

Ribbe en hoekpunten

Een ribbe is het lijnstuk dat twee naast elkaar liggende hoekpunten met elkaar verbindt. De lijnen die je niet ziet, worden als streepjeslijnen ofwel als stippellijnen in de ruimtefiguren getekend.

 

Grond- en bovenvlak

In de ruimtefiguren hieronder wordt het onderste vlak het grondvlak genoemd. Deze vlakken zijn deels gestippeld getekend. Het vlak aan de bovenkant is het bovenvlak. Sommige figuren hebben een top. De hoogte is de afstand tussen het grondvlak en de bovenkant van een ruimtefiguur.

Twee vlakken lopen evenwijdig als deze overal even ver van elkaar af staan.

 

Eigenschappen van ruimtefiguren

 

1. Kubus

Er zijn zes zijvlakken en acht hoekpunten.
De zijvlakken zijn vierkanten.
Alle twaalf ribben zijn even lang. 

kubus
kubus
 

2. Balk

Er zijn zes zijvlakken en acht hoekpunten.
De zijvlakken zijn rechthoeken.

balk
balk
 

 3. Prisma

Het grond- en bovenvlak zijn twee evenwijdige veelhoeken.
De overige vlakken zijn rechthoeken.
De opstaande ribben zijn even lang.

prisma
driehoekig prisma
 

4. Piramide

Het grondvlak is een veelhoek.
De zijvlakken zijn driehoeken en komen in één punt samen.
Dit punt heet de top.

piramide
piramide
 

5. Cilinder

Het grond- en het bovenvlak zijn twee evenwijdige cirkels.
De opstaande mantel is een gebogen vlak.

cilinder
cilinder
 

6. Kegel

Het grondvlak is een cirkel.
De kegelmantel eindigt in een punt.
Dit punt heet de top.

kegel
kegel
 

7. Bol

Een bol ontstaat door een cirkel om zijn as te draaien (wentelen).

bol
bol
 
 

Vraag: Ga van de ruimtefiguren hierboven na wat de vorm van het grondvlak is.

(Antwoord: van kubus is vierkant; balk is rechthoek; prisma is driehoek; piramide is rechthoek; cilinder is cirkel; kegel is cirkel; bol is niet van toepassing.)

 

Herkenbare figuren

In veel voorwerpen om ons heen, is de vorm van een ruimtefiguur te herkennen. Bijvoorbeeld een dobbelsteen heeft de vorm van een kubus. Een voetbal de vorm van een bol. Ken je nog meer voorbeelden? 

 

© 2012 - 2024 MijnRekensite.nl