H8. Tijd en eenheden
Dit hoofdstuk gaat over tijdseenheden, die je gebruikt om te rekenen met tijd. Een eenheid van tijd geeft de maat weer van de tijd.
Bekende tijdseenheden zijn: millennium, eeuw, decennium, jaar, maand, week, dag, uur, minuut en seconde.
Zo is 1 dag = 24 uur = 1 440 minuten = 86 400 seconden.
Tip: Bij het invullen van de antwoorden mag je hier bij grote getallen een spatie of een punt tussen de duizendtallen plaatsen.
Theorie: tijdseenheden
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.