H7. Gewicht en eenheden (2)
Dit hoofdstuk gaat over gewichtseenheden die je gebruikt om te meten. Het gewicht geeft aan hoe zwaar iets is. De standaardmaat is de gram (g). De andere eenheden worden in grammen uitgedrukt.
Bekende gewichtseenheden zijn: kilogram, hectogram, decagram, gram, decigram, centigram en milligram.
Afgekort: kg, hg, dag, g, dg, cg, mg
Zo is 350 g = 3 500 dg en 510 cg = 5,1 g.
Tip: Bij het invullen van de antwoorden mag je hier bij grote getallen een spatie of een punt tussen de duizendtallen plaatsen.
Theorie: voorvoegsels - gewichtsmaten (1) - gewichtsmaten (2)
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.