H4. Inhoud en eenheden (1)
Dit hoofdstuk gaat over inhoudseenheden, die je gebruikt om te meten. Een eenheid van inhoud staat voor een bepaalde inhoud of een bepaald volume. De standaardmaat is de liter. Afgekort tot l (kleine letter) of L (hoofdletter).
Inhoudseenheden zijn: liter - deciliter - centiliter - milliliter of afgekort tot: l - dl - cl - ml
Je leert dat: 1 l = 1 dm3 en 1 ml = cm3.
Bij het invullen van grote getallen mag je hier tussen de duizendtallen een spatie of een punt (.) plaatsen.
Zo is 1,1 l = 1 100 ml en 15 cl = 1,5 dl.
Theorie: voorvoegsels - inhoudsmaten (1)
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.