H2. Lengte en eenheden
Dit hoofdstuk gaat over lengte-eenheden, die je gebruikt om te meten. De eenheid van lengte geeft de grootte van de maat aan van een lengte of een afstand. De standaardmaat is de meter. Je leert hoe je verschillende lengte-eenheden omrekent en bij elkaar optelt.
Lengte-eenheden zijn: kilometer - hectometer - decameter - meter - decimeter - centimeter - millimeter
Afgekort: km - hm - dam - m - dm - cm - mm
Zo is 2,1 km = 2 100 m en 42 cm = 0,42 m.
Tip: Bij het invullen van de antwoorden mag je bij grote getallen tussen de duizendtallen een spatie of een punt plaatsen.
Theorie: voorvoegsels - lengtematen
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.