H1. Voorvoegsels
Dit hoofdstuk gaat over voorvoegsels van eenheden, oftewel maten. Een voorvoegsel staat voor een bepaalde waarde en geeft de grootte van een maat aan.
Om de maat te meten, kies je een geschikt voorvoegsel bij de standaardmaat. Voorbeelden van te meten grootheden zijn lengte, oppervlakte en inhoud. Deze komen aan bod in de eerstvolgende hoofdstukken.
Het voorvoegsel "kilo" heeft een waarde van 1000. Bijvoorbeeld, de afstand tussen twee plaatsen die 2 kilometer is, is gelijk aan 2000 meter. De kilometer is een lengte-eenheid.
Veelgebruikte voorvoegsels zijn: kilo, hecto, deca, deci, centi en milli.
Afgekort tot: k - h - da - d - c - m
Theorie: voorvoegsels
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.