Een lengte-eenheid geeft de maat aan van de grootte van een lengte of afstand van iets. Bij het omrekenen van eenheden, reken je met de stapgrootte. Het aantal te nemen stappen hangt af van de waarde van het voorvoegsel.

De standaardmaat is de meter. Het symbool is m. De andere lengtematen zijn daarvan afgeleid. Door de reeds bekende voorvoegsels voor de m te plaatsen, ontstaat de figuur van de trap.

De lengte-eenheden van groot naar klein zijn: km - hm - dam - m - dm - cm - mm

Oefenen: lengte-eenheden

 

Lengte-eenheden

Van allerlei voorwerpen om ons heen kun je de lengte meten. Een lengtemaat geeft de afstand aan tussen twee punten. Een lengtemaat wordt uitgedrukt in een lengte-eenheid. Deze geeft de grootte van een maat aan.

Met een lengte-eenheid geef je de maat aan van een lengte (afstand), breedte, diepte, hoogte of een omtrek. Er is een begin en een eindpunt dat je meet. De betekenis van deze begrippen moet je kennen.

 

Met een lengte-eenheid geef je de grootte van een maat aan.

 

Voorbeelden

Bijvoorbeeld de lengte van een bepaald type auto is 4,2 meter. Omgerekend is dat 420 centimeter. De breedte van een rechthoek druk je uit in millimeters of in centimeters. Of de afstand tussen twee steden meet je in kilometers. Geef nog meer voorbeelden.

 

De trap

In de figuur hieronder zijn de lengte-eenheden op de trap van boven naar beneden van groot-naar-klein geplaatst. Het voorvoegsel geeft samen met de eenheid de meter de grootte van de maat aan.

De standaard lengtemaat is de meter, afgekort tot m. De andere eenheden op de trap zijn daarvan afgeleid door vóór de m een voorvoegsel te plaatsen.

Ga je op de trap van boven naar beneden, dan vind je elke volgende maat door per stap met 10 te vermenigvuldigen. En ga je van beneden naar boven, dan deel je steeds door 10.

De stapgrootte is de factor waarmee je vermenigvuldigt of deelt.

 

Figuur 1: lengtematen

lengte-eenheden

 

De stapgrootte tussen de lengte-eenheden is een factor 10.

Elke stap van groot-naar-klein is keer 10 en van klein-naar-groot is delen door 10.

Zo is 15 m gelijk aan 1500 cm, want 15 x 10 x 10 = 1500 (2 stappen omlaag).

En zo is 12 dm gelijk aan 1,2 m, want 12 : 10 = 1,2 (1 stap omhoog).

 

Al de lengte-eenheden op de trap zijn afgeleid van de meter.

 

Schema

Het volgende schema laat zien hoe de lengte-eenheden ook zijn te rangschikken.

Je weet dat de stapgrootte een factor 10 is.

 

Schema 1: lengtematen

Onthoud:

Van groot-naar-klein is KEER 10

km -> hm -> dam -> m -> dm -> cm -> mm

 

Van klein-naar-groot is DELEN door 10

mm -> cm -> dm -> m -> dam -> hm -> km

 

De factor is het getal waarmee je vermenigvuldigt of deelt.

 

Omrekentabellen

De lengte-eenheden op de trap (zie figuur 1) zijn ook in een tabel weer te geven. Zie de tabellen 1 en 2.

Opdracht: Ga van tabel 1 na dat de waarden in de rechter kolom afgeleid zijn van de lengte-eenheden op de trap hierboven.

 

Tabel 1: waarde eenheden

Eenheden van lengte (1)

km kilometer 1 km = 1000 m
hm hectometer 1 hm = 100 m
dam decameter 1 dam = 10 m
m meter (standaardmaat) 1 m = 10 dm = 100 cm = 1000 mm
dm decimeter 1 dm = 1/10 m = 0,1 m = 10 cm
cm centimeter 1 cm = 1/100 m = 0,01 m = 10 mm
mm millimeter 1 mm = 1/1000 m = 0,001 m

De standaardmaat voor de lengte is de meter (m). *

* Andere benamingen voor de standaardmaat zijn standaardeenheid of standaardsymbool.

 

De maten in de tabel zijn afgeleid van de meter door er een voorvoegsel voor te plaatsen.

Lees hier over de voorvoegsels.

 

Het voorvoegsel 'plus' de standaardmaat = de grootte van de maat

 

Je weet nu dat de standaardmaat de meter is om een lengte of een afstand aan te geven. De standaardmaten voor oppervlakte-eenheden en inhouds-eenheden worden in de volgende hoofdstukken behandeld.

Met behulp van tabel 2 kun je snel eenheden omrekenen.

 

Tabel 2: omrekenen eenheden

Eenheden van lengte (2)

Van / naar m dm cm mm
m 1 10 100 1000
dm 0,1 1 10 100
cm 0,01 0,1 1 10
mm 0,001 0,01 0,1 1

 

Je leest direct af dat 1 m gelijk is aan 100 cm. En dat 1 mm gelijk is aan 0,001 m.

 

Door de oefeningen te maken, leer je goed rekenen met lengte-eenheden.

 

Voorbeelden uit de praktijk

In Nederland staat langs de autosnelweg om elke 100 meter een hectometerpaal. Een kilometerpaal staat op een afstand van 1000 meter.

Een volwassen man is ongeveer 1,80 meter lang. Dat is omgerekend 180 centimeter. Een volwassen vrouw is gemiddeld 10 centimeter korter.

De hoogte van een deur is ongeveer 2 meter. Dat is omgerekend 20 decimeter.

Een afstand van 1,5 meter is bij benadering gelijk aan twee armlengtes van een volwassen persoon.

Bedenk nog andere voorbeelden. Kies steeds een passende lengtemaat.

 

De inch is een oude lengtemaat die nog steeds wordt gebruikt.

 

Inch

De inch als maateenheid.

De inch (meervoud inches) is een oude Engelse lengte-eenheid die nog veel wordt gebruikt. De volgende twee voorbeelden laten dat zien.

1 inch komt overeen met 2,54 cm.

 

Beeldscherm

De maat van een beeldscherm wordt uitgedrukt in inches. Dat is de afstand gemeten van de linkeronderhoek tot aan de rechterbovenhoek. Deze wordt ook wel de schermdiagonaal genoemd. Diagonaal betekent schuin oplopend.

Een tv van 40 inch = 40 x 2,54 = 101,6 cm en dat is afgerond 102 cm diagonaal gemeten.

Vraag: Welke wiskundige vorm heeft een beeldscherm?

(Antwoord: rechthoek.)

 

Bandenmaat

De maat van een fiets- of autoband wordt ook in inches uitgedrukt.

Een band van 15 inch past op een velg van 15 x 2,54 = 38,1 cm.

Vraag: Welke wiskundige vorm heeft een wiel?

(Antwoord: cirkel.)


© 2012 - 2024 MijnRekensite.nl