H9. Afronden van getallen
Dit hoofdstuk gaat over het afronden van getallen. Het is soms handig om het aantal cijfers te verminderen. Dat doe je door af te ronden.
Je kunt een getal afronden op een heel getal, op een aantal decimalen (d.w.z. het aantal cijfers na de komma), of bijvoorbeeld op tien-, honderd- en duizendtallen. Je kijkt dan naar het getal dat er het dichtst bij ligt. Je rondt naar beneden of naar boven af.
Zo is 8,2934 ≈ 8,3 (1 decimaal) en 860 ≈ 900 (afgerond op honderdtallen).
Het resultaat van afronden is niet exact, maar ongeveer. Vandaar het ≈ teken. Dit betekent 'is ongeveer gelijk aan'.
Theorie: afronden
Meer doen: extra oefenen
Niveau: bevat verdiepingsstof voor het po.
Je start met de opgaven van oefening 1.1. Volg de info.