Je weet nu:1. Hoe je een optelsom uitrekent als de getallen naast elkaar staan. 2. Hoe je een getal splitst in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden. 3. Hoe je een optelsom kolomsgewijs op de moderne manier uitrekent. 4. Hoe je een optelsom kolomsgewijs op de traditionele manier uitrekent. 5. Dat er vaak meerdere manieren zijn om een som uit te rekenen.
|