Bij een deling is het deeltal het getal dat gedeeld wordt. De deler is het getal waardoor je deelt. De rest is het getal dat overblijft na een deling.

Vaak is het handig om te weten of een getal deelbaar is door een ander getal. Zo ja, dan is de rest nul. 

Je kunt deze kennis goed gebruiken bij het vereenvoudigen van breuken. Of bijvoorbeeld om na te gaan of een getal een priemgetal is. En dus slechts beperkt deelbaar is.

Oefenen: delen

 

Delen met rest

Zoals al eerder is aangegeven, is delen de omgekeerde ofwel de tegengestelde bewerking van vermenigvuldigen. De tafels moet je goed kennen om de uitleg hieronder te begrijpen. 

Je weet dat 8 x 6 = 48. Omgekeerd is 48 : 6 = 8. Er blijft geen rest over.

Deel je 49 door 6 dan blijft er een rest van 1 over. Het deeltal is 49 en de deler is 6.

 

Voorbeelden:

  • 25 : 6 = 4, met een rest van 1; want 4 x 6 = 24 en 25 − 24 = 1
  • 27 : 5 = 5, met een rest van 2
  • 85 : 9 = 9, met een rest van 4

 

Delen zonder rest

Het kan zijn dat je snel wilt weten of een getal deelbaar is door een ander getal. Dus zonder dat er een rest overblijft. Hieronder leer je hoe je dat doet. Maak je deze aanpak eigen.

Opdracht: Neem de onderstaande voorbeelden één voor één door. Je zult er veel aan hebben.

 

Een getal is deelbaar door een ander getal als er géén rest overblijft.

 

Een getal is deelbaar door 2 als dat getal even is.

Dit zijn getallen die eindigen op een: 0, 2, 4, 6 of 8.

  • Dus 16 : 2 = 8 met rest = 0

 

Een getal is niet deelbaar door 2 als dat getal oneven is.

Dit zijn getallen die eindigen op een: 1, 3, 5, 7 of 9.

  • Dus 41 : 2 = 20 met rest = 1

 

Een getal is deelbaar door 3 als de som van alle cijfers van dat getal deelbaar is door 3.

Zo is 294 deelbaar door 3 omdat 2 + 9 + 4 = 15 en 15 is deelbaar door 3.

  • Dus 294 : 3 = 98

 

Een getal is deelbaar door 3 als de som van de cijfers door 3 te delen is.

 

Een getal is deelbaar door 4 als de laatste twee cijfers van dat getal deelbaar is door 4.

Zo is 4312 deelbaar door 4 omdat 12 deelbaar is door 4.

  • Dus 4312 : 4 = 1078

 

Een getal is deelbaar door 5 als het laatste cijfer van dat getal een 0 of een 5 is.

Zo is 4310 deelbaar door 5.

  • Dus 4310 : 5 = 862

 

Een getal is deelbaar door 6 als dat getal deelbaar is door 2 en door 3.

Zo is 276 deelbaar door 6 omdat dit getal zowel door 2 als door 3 te delen is.

  • Dus 276 : 6 = 46

 

Om na te gaan of een getal deelbaar door 7 is, heb je de tafel van 7 nodig.

Je voert een (staart)deling uit en kijkt of de rest nul is.

Zo is 50 niet deelbaar door 7 omdat er een rest van 1 is.

  • Dus 50 : 7 = 7 met rest = 1

 

Een getal is deelbaar door 8 als de laatste drie cijfers van dat getal deelbaar is door 8.

Zo is 1248 deelbaar door 8 omdat 248 deelbaar is door 8, want 248 : 8 = 31.

  • Dus 1248 : 8 = 156

 

Je kunt dit ook in meerdere stappen nagaan.

Je kijkt eerst of 248 deelbaar is door 2. Dit geeft 124 en deelt vervolgens door 4.

Of je deelt eerst door 4 en dan door 2.

 

Leer hier hoe je na gaat of een getal deelbaar is.

 

Een getal is deelbaar door 9 als de som van alle cijfers van dat getal deelbaar is door 9.

Zo is 747 deelbaar door 9 omdat 7 + 4 + 7 = 18 en 18 is deelbaar door 9.

  • Dus 747 : 9 = 83

 

Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is.

Zo is 150 deelbaar door 10.

  • Dus 150 : 10 = 15

 

Deelbaarheid en priemgetallen

Voor de volledigheid worden hier ook de priemgetallen genoemd.

 

Priemgetallen zijn bijzondere getallen doordat deze beperkt deelbaar zijn.

 

Een priemgetal is een bijzonder getal. Zo'n getal is alleen door één en door zichzelf te delen.

Zo is 5 deelbaar door 1 en 5, en is dus een priemgetal. 6 is geen priemgetal, ga dit na.

 

© 2012 - 2024 MijnRekensite.nl