Het is vaak handig om een getal kleiner te schrijven door af te ronden. Daarvoor gelden speciale regels. Door af te ronden is het resultaat niet exact, maar ongeveer.

Bij het afronden kijk je naar het getal dat er het dichts bij ligt. Je rondt af naar beneden of naar boven. Het middelste cijfer rond je af naar boven.

Bijvoorbeeld: 7,4 wordt een 7 en 7,5 wordt een 8.

Je leert ook hoe je op tientallen, honderdtallen en duizendtallen afrondt.

Zo is 479 ≈ 500 als je afrondt op honderdtallen.

Soms moet je in de praktijk juist naar beneden afronden in plaats van naar boven.

Oefenen: afronden